Duizeligheid kan diverse vormen aannemen bv: de wereld kan om je heen draaien; je hebt de idee dat je bijna omvalt; je raakt steeds uit balans of je wordt heel slap; het wordt donker om je heen. De huisarts kan kijken wat er aan te doen is en of het door je leeftijd komt. Zij of hij kan je verwijzen naar een Keel-Neus-Oorarts of een neuroloog. Onder duizeligheid wordt veel verstaan: – een plotselinge slapte door bloeddrukdaling (flauwte bij hitte, honger, uitputting, diarree, hartzwakte). – Je suiker kan te laag zijn (zie bloedsuiker). Je kan hierbij (bijna) bewusteloos raken. Er zijn twee typen duizeligheid zonder sufheid: – die met gestoord gehoor (zie dovig en duizelig) en die met evenwichtsstoornis (zie balansstoornis). – Denk ook aan bijwerkingen door medicijnen (bloeddrukdaling, suikerziekte, medicijn tegen somberheid). – Alcohol en ‘geestverruimers’ kunnen ook duizelig maken; soms is men er zeer gevoelig voor, zeker als men ouder wordt. [15-6-16]